Het roer moet om bij de ontwikkeling van Schiphol. De Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer (WVB) en Dick Benschop, de algemeen directeur van Schiphol verschillen hierover niet van mening. Wel over de prikkels die gegeven moeten worden om de omslag tot stand te brengen.

Het bestuur van de WVB had op 18 januari een gesprek met Benschop. We vroegen hem of hij verantwoordelijkheid voelde voor de overlast van vliegverkeer en of groei nou echt wel zo nodig was.

Benschop toonde betrokkenheid bij alle negatieve effecten van de luchtvaartgroei, maar vond een ‘gematigde, gecontroleerde groei’ noodzakelijk, met aandacht voor het milieu. Die groei was overigens niet voor de luchthaven zelf echt nodig, maar voor ‘het nationaal belang’, waarbij hij verwees naar de KLM en zijn netwerk. Benschop vreest bij een stop- of krimpscenario voor afkalving van het netwerk en daardoor een afname van de levensvatbaarheid van de KLM en hij vindt het dus niet verstandig om niet te voldoen aan de marktvraag.

Duurzame kwaliteit nodig

Maar volgens ons hoeft Benschop dat pleidooi helemaal niet te houden: laat dat aan de directeur van de KLM over. De WVB ziet groei niet zitten omwille van de bekende argumenten op het gebied van gezondheid, gebrek aan economische meerwaarde en de opwarming van de aarde. Schiphol zou moeten gaan voor een kwalitatief duurzame luchthaven en dat betekent een stop op de groei, het nakomen van het afgesproken selectiviteitsbeleid en concurrerend railvervoer. De fouten uit het recente verleden door niet mainport gerelateerd luchtverkeer te werven moeten eerst worden hersteld.

Als Benschop echt zou willen, moet er meer afremming van de luchtvaartgroei mogelijk zijn dan we nu zien. Hij kan een voorbeeld nemen aan zijn collega-directeur Joost Meijs van Eindhoven Airport, die in een artikel in de NRC van 11 januari sprak: ‘De luchtvaart zit in een transitie van een kwantitatief naar een kwalitatief tijdperk. Groei van het aantal vluchten en passagiers is geen doel meer.’